In
de maanden februari en maart 1996 stonden de zondagmiddagen in Paradiso
in het teken van taal. Zeven geleerden lieten ieder hun licht schijnen
over een 'oude' taal van een continent. De lezingen werden rijk geïllustreerd
met door de geleerden verzameld beeld- en geluidmateriaal.
Ieder
van de geleerden kijkt op een andere manier naar taal. De een gebruikt
zijn onderzoek van de taal om te weten te komen hoe de sprekers ervan
denken over de natuur die hen omringt en de lange geschiedenis die
ze achter de rug hebben, de ander om de relatie van de sprekers met
hun kunst te onderzoeken en een derde om argumenten te hebben voor
de bescherming van wat verloren dreigt te gaan.
Gemeenschappelijk
is het besef dat taal onlosmakelijk verbonden is met het menselijk
denken en de beschaving. Babels erfenis zal duidelijk maken of de
mens een oorsprong deelt, welke rol taal daarin speelt en wat we met
dat stuk gereedschap kunnen in een wereld die een periode van versnippering
doormaakt, niet zelden gekenmerkt door een complete spraakverwarring.
Of
is het aantrekkelijke van taal dat ze een mooi, maar volstrekt zinloos
kunstwerk is?
Meer
over de achtergrond van Babels erfenis vindt
u hier.